Bart De Wever’s nieuwe supernota ligt nu op tafel en bevat plannen voor hervormingen in de arbeidsmarkt, belastingen en pensioenen. Deze voorstellen zijn nog in de maak en zullen binnenkort verder besproken en onderhandeld worden.

Welke belastingmaatregelen worden nu overwogen? (Let op: dit is nog onder voorbehoud van wijzigingen)

a. Personenbelasting

  • De volgende federale regering wil hogere nettolonen en werken aantrekkelijker maken dan niet-werken (met een verschil van ongeveer 500 euro per maand tegen eind 2029).
  • Geleidelijk verhogen van de belastingvrije som van 10.570 euro (2024) naar 12.000 euro in 2029.
  • Afschaffen van de 50% belastingschijf (boven 48.320 euro in 2024). De hoogste schijf wordt 45%.
  • Invoeren van een nieuwe belastingschijf van 35%.
  • Aanpassen van de plafonds van de huidige belastingschijven (nog te bespreken).
  • Aanpassen van de fiscale werkbonus zodat lage inkomens meer nettoloon overhouden.
  • Gedeeltelijk of volledig afschaffen van de bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid (nu max. 730 euro per jaar).
  • Afschaffen van het huwelijksquotiënt voor niet-gepensioneerden.
  • Invoeren van een meerwaardebelasting van 10% op aandelen, met vrijstellingen voor bepaalde meerwaarden.
  • Roerende voorheffing op roerende inkomsten (interesten, dividenden):
    • Nu: vrijstelling van interesten op spaarboekjes tot 1.020 euro per persoon per jaar, en vrijstelling van roerende voorheffing op ontvangen dividenden tot max. 833 euro per persoon per jaar.
    • Nieuw voorstel: geen enkele roerende inkomst wordt fiscaal vrijgesteld, maar je kunt de ingehouden roerende voorheffing tot een bepaald bedrag (tussen 1.000 en 2.000 euro) terugkrijgen. Aangifteplicht van alle roerende inkomsten in de personenbelasting.
  • Afschaffen van het bankgeheim om sociale voordelen te beoordelen.
  • Hervormen van de personenbelasting op huurwoningen:
    • Nu: belasting op het geïndexeerde kadastraal inkomen, maal factor 1,4.
    • Nieuw voorstel: de belastbare basis wordt aangepast (nog onduidelijk hoe).
    • Eigen woning blijft vrijgesteld van personenbelasting.
    • Afschaffen van de federale interestaftrek op niet-eigen woningen.

b. Zelfstandigen

  • Invoeren van een ondernemersaftrek: extra kostenaftrek van 10% op winsten of inkomsten, met een maximum van 10.000 euro per jaar.
  • Minder administratieve rompslomp: afschaffen van kleinere taksen en administratieve formaliteiten.
  • Verhogen van het maximumbedrag voor vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) tot 10% van het netto belastbaar inkomen.
  • Schrappen van de 4,4% premietaks op stortingen in de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ).
  • Betere toegang tot aanvullend pensioen voor zelfstandigen in bijberoep.
  • Betere sociale bescherming voor zelfstandigen: invoeren van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en proportionele ziekte-uitkeringen.
  • Uitbreiden van de vrijstelling van sociale bijdragen voor zelfstandige vrouwen na hun zwangerschap, van 1 naar 2 kwartalen.

c. Btw

  • Verlaging van het btw-tarief van 21% naar 9% voor de levering en installatie van thuisbatterijen, zonneboilers en warmtepompen.
  • Harmonisatie van de verlaagde btw-tarieven van 6 en 12% naar een nieuw tarief van 9%, vooral in de bouw- en horecasector.
  • Uitbreiden van het toepassingsgebied voor sloop en heropbouw.
  • De regering onderzoekt hoe een taxshift op energieproducten kan bijdragen aan de klimaatdoelstellingen zonder de factuur voor gezinnen en ondernemers te verhogen.

d. Vennootschapsbelasting

  • Aanpakken van oneigenlijk gebruik van managementvennootschappen om minder belastingen te betalen.
  • Verhogen van de minimumbezoldiging van 45.000 euro naar 50.000 euro per jaar (en jaarlijks indexeren) om te kunnen genieten van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting (20%).
  • Omvormen van de DBI-aftrek naar een DBI-vrijstelling: alleen voor participaties in ondernemingen waarmee een duurzame verhouding wordt opgebouwd.

e. Varia

  • Geleidelijk verhogen van de waarde van maaltijdcheques (nu 8 euro per cheque) en uitbreiden van de bestedingsmogelijkheden.
  • Afschaffen van andere cheques, zoals eco-, consumptie- en cultuurcheques.
  • (Her)invoeren van een carensdag.
  • Hervormen van de beurstaks:
    • Geen beurstaks voor kleine bedrijven.
    • Vrijstelling van beurstaks op aandelen van een beursintroductie van een nieuwkomer gedurende de eerste 5 jaar.
    • Gelijk speelveld creëren voor verschillende beleggingsinstrumenten.
  • Verhogen van de taks op effectenrekeningen van 0,15% naar 0,20% op rekeningen met meer dan 1 miljoen euro.