De federale regering wil maximaal inzetten op jobcreatie. Daarbij ligt de focus onder meer op studenten die een eigen bedrijf willen opstarten. Zij zouden de stap naar het ondernemerschap makkelijker moeten kunnen zetten. Nu worden zij immers teveel afgeremd door een reeks sociale en fiscale drempels, die bijvoorbeeld niet gelden voor jobstudenten. Bedoeling is dan ook om beide statuten beter op elkaar af te stemmen.
Een gunstige sociale bijdrageregeling
Bedoeling is dat student-ondernemers kunnen genieten van een voordelige bijdrageregeling aan het sociaal statuut voor zelfstandigen, voor zover zij inkomsten hebben die lager zijn dan de drempel die van kracht is voor zelfstandigen in hoofdberoep ( € 13.010,66 in 2016).
En wat met de fiscaliteit?
Eén van de belangrijkste obstakels voor studenten die als zelfstandige actief zijn, is de impact van hun inkomsten op het fiscaal ten laste zijn van de ouders. Het wetsontwerp stelt daarom voor om, naar analogie met de regeling voor jobstudenten, de eerste schijf van de inkomsten van de student- zelfstandige (€ 1500,00, te indexeren bedrag) niet in aanmerking te nemen als bestaansmiddelen. Op die manier zal het feit dat een student een inkomen verwerft als zelfstandige er minder snel toe leiden dat hij niet meer ten laste is van zijn ouders. Het sociaal en fiscaal statuut van de student- zelfstandige treedt in principe in werking op 01/01/2017.
Bron: nsz- magazine 19/12/2016 nr. 22