Vanaf 1 oktober 2016 werd een bijkomende mogelijkheid voorzien voor werklozen om een nevenactiviteit als zelfstandige te combineren met werkloosheidsuitkeringen. Werklozen kunnen voortaan 12 maanden een zelfstandige activiteit uitoefenen (en zelfs opstarten) zonder werkloosheidsuitkeringen te verliezen. Ook zelfstandigen die actief zijn in een vennootschap zouden – volgens de eerste berichten – voor deze nieuwe maatregel in aanmerking kunnen komen. Op die manier wil de regering ook werklozen de mogelijkheid bieden om door te groeien naar het zelfstandig ondernemerschap.
Uiteraard zijn aan dit voordeel een aantal voorwaarden verbonden:
- De nevenactiviteit moet aangegeven worden op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag of, indien men al uitkeringen ontvangt, vóór de start van de activiteit.
- De werkloze mag zijn loontrekkende activiteit niet zelf hebben stopgezet om het voordeel van de cumul te bekomen.
- Men mag geen nevenactiviteit uitoefenen die men in de afgelopen 6 jaar als hoofdberoep heeft uitgeoefend.
- Men mag het werk niet door derden laten uitoefenen (vb. door werknemers of onderaannemers), tenzij bij wijze van uitzondering.
- Dit voordeel kan niet gecumuleerd worden met een loontrekkende of artistieke activiteit.
Kent RVA het voordeel toe, dan mag de werkloze zijn nevenactiviteit om het even wanneer uitoefenen (maar ze moet uiteraard wel bijkomstig blijven) en toch uitkeringen blijven ontvangen. Het bedrag van de uitkering vermindert naargelang de inkomsten uit de zelfstandige activiteit.
Wanneer de termijn van 12 maanden om is, zal de werkloze een keuze moeten maken: wil hij zijn zelfstandige activiteit verder ontplooien, dan heeft hij geen recht meer op werkloosheidsuitkeringen en zal hij moeten aansluiten als zelfstandige in hoofdberoep. Wil hij werkloosheidsuitkeringen blijven ontvangen, dan zal hij zijn zelfstandige activiteit moeten stopzetten.
Bron: http://www.rva.be/nl/documentatie/infoblad/t158