Nieuwe wetgeving i.v.m. de voorschotfacturen

Vanaf 1/1/2013 is de btw pas opeisbaar wanneer een van de volgende 3 oorzaken voorkomen:

1) De levering van een goed 2) Het verrichten van een dienst 3) De ontvangst van een betaling.

Het feit of er al dan niet een factuur uitgereikt wordt, is in principe niet meer van belang. Een voorschotfactuur die wordt uitgereikt, maakt dus de btw niet meer opeisbaar. Het gevolg hiervan is dat de btw op een voorschotfactuur sinds 1/1/2013 dus in principe pas aftrekbaar is als het voorschot betaald is.

 

Vanaf 01/07/2015 gaat de definitieve wetgeving ervan uit dat men een voorschotfactuur mag opmaken en de btw daarop vermelden. Zonder dat men achteraf verplicht wordt om een tweede document op te maken met daarop de datum van ontvangst van dat voorschot. Hier moet men echter wel rekening houden met de ‘zevendagenregel’. Deze regeling houdt het volgende in:

 

  1. De opeisbaarheid van de btw (levering van een goed, verrichten van een dienst, ontvangst van een betaling) volgt binnen de zeven dagen na het uitreiken van de voorschotfactuur. De voorschotfactuur is definitief, men moet verder niets bijkomends doen.
  2. Wanneer de opeisbaarheid pas na zeven dagen volgt, dan moet men een vermoedelijke datum van opeisbaarheid vermelden. Dit is bv. de vervaldatum. Wanneer deze vermoedelijke datum op de voorschotfactuur vermeldt staat, dan hoeft er verder niets bijkomends te gebeuren. Ook niet wanneer de vermoedelijke datum achteraf niet correct blijkt te zijn.

 

Wanneer er altijd een vermoedelijke datum (bv. vervaldatum) van opeisbaarheid wordt vermeld op de voorschotfactuur is er geen enkel probleem in de prakrijk.

 

Doordat de nieuwe wetgeving pas in voeg treedt op 01/07/2015, mag u tot die tijd alle voorgaande regelingen eveneens als de nieuwe definitieve regeling toepassen. Concreet wilt dit zeggen dat u tot 30/06/2015 de keuze heeft tussen de volgende btw- voorschotfactuurregelingen:

 

  1. De regeling die van toepassing was tot eind 2012: de btw is direct opeisbaar en aftrekbaar.
  2. Het werken met een betaalverzoek en vervolgens met een echte voorschotfactuur. Hierbij wordt er aan de medecontractant een uitnodiging tot betaling gestuurd om het bedrag van het voorschot (incl.btw) te betalen. Op dit document wordt er geen btw bedrag vermeld. Wanneer het voorschot ontvangen is, maakt de dienstverrichter de voorschotfactuur op.
  3. Een voorschotfactuur met de vermelding: ‘toepassing van de wettelijke regeling inzake opeisbaarheid. Recht op aftrek ontstaat na betaling van het voorschot’
  4. De definitieve regelgeving die verplicht wordt vanaf 01/07/2015 met de vermelding van de vermoedelijke datum van opeisbaarheid.