Heeft u een buitenlandse klant en dient u een factuur te sturen, dan gelden er bepaalde regels. De wetgeving is gewijzigd op 1/1/2010, en is op heden nog niet volledig ingeburgerd. De 6e richtlijn en de verlegging van heffing waren wel gekend, maar dat werd dus licht aangepast, eigenlijk versoepeld. Er moet een onderscheid gemaakt worden of die buitenlandse klant een bedrijf is of een particulier. In principe zin er 2 mogelijkheden. Let wel, er zijn nog uitbreidingen, zoals de plaats van de dienst bij onroerende verrichtingen, of de verplichting om buitenlandse BTW aan te rekenen bij het halen van een bepaalde omzet aan particulieren, maar laten we eerst de grote lijn uiteen zetten.
1.Uw buitenlandse klant is een bedrijf
In dat geval geldt in principe de hoofdregel dat uw klant zelf de verschuldigde btw moet betalen in zelf de btw zal moeten aangeven in zijn eigen aangifte in het buitenland. De btw wordt als het ware verlegd. Dat betekent concreet dat u zelf geen btw aanrekent op uw factuur. U dient enkel op uw factuur expliciet te vermelden: “ geen Belgische btw art. § btw-wetboek-art. 44 richtlijn 2006/112/EG”. Op uw btw-aangifte zal u het bedrag van de factuur moeten vermelden in rooster 44. Dat geeft meteen aan dat het gaat om een dienstverrichting aan een buitenlands bedrijf. U zal deze verrichting ook moeten opnemen in de intra -communautaire listing. Zo kan de buitenlandse btw-administratie controleren of uw klant de lokale btw-verplichtingen wel nakomt.
Let wel: zowel op uw factuur als in de intra -communautaire listing dient u het btw-nummer van de klant te vermelden. Strikt genomen moet elke vermelding in rooster 44 dus gelinkt zijn aan een buitenlands btw-nummer op de listing.
2.Uw buitenlandse klant is een particulier
In dat geval zal u Belgische btw moeten aanrekenen op uw factuur. De btw kan dan uiteraard niet verlegd worden naar de btw-aangifte van de klant aangezien hij er geen indient.